koos swart

Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Sappemeer
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven

Home

Contact

Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com

Nostalgie

Pagina 18 van 37

Buitenverblijven in H-S

Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960

[In de volksmond "Het Bokkeblad"]

„VOSHOLEN” TE KLEINEMEER (2)

De familie Van Iddekinge

De tuinmanswoning (Ao. 1940)

De familie Van Iddekinge behoort tot een van de oudste burgemeestersgeslachten in de stad Groningen. In de 18e eeuw bereikte zij het toppunt van haar macht. In tegenstelling tot de meeste regenten uit die tijd was zij zeer Prinsgezind. Burgemeeser Pieter Rembt van Iddekinge, die leefde van 1688—1758, was een steunpilaar van het Oranjehuis. Bij de omwen- teling in 1747, toen de invloed van de regen- ten in Groningerland aanzienlijk werd beknot, speelde hij de hoofdrol Tijdens deze woelin- gen werd hij door het volk letterlijk op han- den gedragen. Aan het hoofd van de regering gesteld, trok hij alle macht tot zich. Voortaan beheerste hij de politiek in Stad en Ommelan- den en hij zorgde er wel voor, dat zijn aan- hangers in alle leidende funkties terechtkwa- men. Hij heerste dan ook vrijwel onbeperkt. Zijn zoon Antony Adriaan nam deze machts- positie van zijn vader over. Hij was een zeer heerszuchtig man en bracht het tot luitenant van de Hoofdmannenkamer (president van het Gerechtshof). Hij werd daardoor niet alleen het hoofd van de justitie, maar verving ook de Prins-Stadhouder bij diens afwezig- heid. In zijn taak werd hij ijverig bijgestaan door zijn broer burgemeester Berend van Iddekinge. Deze was gehuwd met Johanna Maria Sichterman. Zij was een dochter van de befaamde Bengaalse Sichterman, die zich in Indië en Bengalen enorme rijkdommen had verworven. Hij is de bouwer van het nog be- staande grote patriciershuis aan de Ossen- markt in Groningen. Berend van Iddekinge zelf bouwde een statig herenhuis aan de Turf- singel: het „Hof van Iddekinge” Daar werd zijn zoon Scato Francois in 1775 geboren. Na voltooiing van zijn studie aan de Groninger universiteit volgde zijn benoeming tot secre- taris van het gericht van Selwerd en Sappe- meer. Zo bracht zijn ambt hem in kontakt met onze omgeving. En dus verwondert het niet, dat we hem sinds 1790 aantreffen op „Vosho- len” in Kleinemeer, dat hij in dat jaar voor 6850 Car. guldens van de erven van Bernardus van der Veen had gekocht. Drie generaties van de familie Van Iddekinge hebben achtereen- volgens dit buiten bewoond.

Moeilijke jaren braken voor Scato Francois aan bij het uitbreken van de Franse Revolutie. Met één slag verloor de heersende regenten-

klasse haar voorrechten en aloude privileges. Ook voor de Van Iddekinge’s betekende dit het einde van een roemruchte periode in de geschiedenis. Als trouwe aanhangers van de Prins werden ze allen uit hun ambten ontzet. Ook Scato Francois deelde dit lot. Teleurge- steld bood hij de „plaisante” buitenplaats te koop aan, evenwel zonder succes. Vele borgen in de Ommelanden stonden leeg en geen ko- pers kwamen opdagen. Scato Francois be- schikte trouwens via zijn moeder over het onmetelijke fortuin van de Sichterman’s. Hij bleef toen maar „Vosholen” bewonen.

Uit zijn drie huwelijken had hij een dochter en drie zoons. De tweede zoon, Joan, werd de stamvader van de tak Hooft van Iddekinge en is in de nederlandse adelstand verheven. Van de jongste zoon Berend, Joan's halfbroer, stamt de niet-geadelde tak der Van Idde- kinge9s, waarvan enige nakomelingen heden nog in Sappemeer worden aangetroffen. „Vosholen” ging over op de oudste zoon Assuerus Johan, die enkele jaren griffier was van het vredegerecht te Winsum. Later trok hij zich terug op zijn landgoed in Kleinemeer en leidde er het leven van een welgesteld land- eigenaar. Uit zijn huwelijk sproot slechts een dochter: Maria Jacoba van Iddekinge. Zij huwde Ds. Frederik Zacharias Reneman en vertrok met haar man naar diens standplaats Utrecht. „Vosholen” kwam toen leeg te staan en werd prijsgegeven aan een langzaam ver- val. Daar het echtpaar kinderloos was, vermaakte Ds. Reneman het buiten in 1898 aan het instituut tot onderwijs van blinden te Amsterdam. Het huis was toen reeds afgebroken, daar het bijkans tot een ruïne was ver- vallen. Maar de tuinen bleven nog lang intakt, zorgvuldig onderhouden door de tuinman Schuilenburg. Tot het 35 ha grote landgoed in 1918 is verkocht en in verscheidene stukken verkaveld. Het eigenlijke borgterrein is thans het eigendom van de heer A. Eekels te Hoo- gezand. Een korte rij van verweerde oude eiken rest nog van de vroegere oprijlaan. Ook de tuinmanswoning met zijn witte muren, bleef bewaard. Slechts de naam „Vosholen” en een windwijzer op de schuur, met in ajour het familiewapen der Van Iddekinge's, herinnert aan een rijk en trots verleden.

Mr. G. N. Schutter.