koos swart

Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven

Home

Contact

Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com

Nostalgie

Pagina 21 van 37

Buitenverblijven in H-S

Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960

[In de volksmond "Het Bokkeblad"]

„JAGTWIJK” TE FOXHAM (5)

Jenever en brandewijn

Hier stond vroeger Jagtwijk

Voor de nieuwe eigenaar mr. Rudolf Albert van Swinderen was „Jagtwijk” geen onbekend terrein. Hij was een achterkleinzoon van de vroegere bewoners Hendrik Trip en Anna Quevellerius. Wel waren inmiddels de tijden veranderd. Trip leefde nog geheel in het „heerlijk” tijdperk, doch zijn nazaat beleefde de storm van de Franse Revolutie, die alle heerlijkheden in één ruk wegvaagde. Er moes- ten nieuwe bronnen van inkomsten worden aangeboord. Rudolf van Swinderen nu was een vindingrijk man. En zo bevatte de Gro- ninger Courant van 27 februari 1798 de vol- gende advertentie:

Mr. van Swinderen had zich dus omgescha- keld op spiritualia, verkregen uit een grond- stof, die afrekt voorhanden was. Hij was één der eersten, die jenever stookte uit aardappe- len. Deze volksdrank vond in die dagen gretig aftrek. Heer en knecht „laafden” zich gelijke- lijk uit deze bron. Rudolf van Swinderen was gehuwd met Catharina Lewe van Aduard. Hun vier kinderen, een zoon en drie dochters, zijn alle op „Jagtwijk” geboren en in de her- vormde kerk te Kolham gedoopt. Daar is ook de oudste dochter Gezina, die op vierjarige leeftijd stierf, in een graf op het koor bijgezet. Foxham behoorde nl. vanouds tot de parochie Kolham. De grens tussen Fivelgo en Oost- Gorecht liep langs de Burgwal (nu de Borg- weg) tot aan het Winschoterdiep, volgde dit vaarwater oostwaarts tot aan Martenshoek (het vergraven Abramsdiepje) om vervolgens langs de Loodijk naar het noorden om te bui- gen, zodat Foxham en dus ook „Jagtwijk” nog juist in Fivelgo lagen. Het was vroeger tevens de grens tussen het bisdom Utrecht, waartoe het Gorecht behoorde, en het bisdom Mun- ster, dat zich over Fivelgo uitstrekte.

Toen de storm van de revolutie was geluwd, kwam ook voor leden van oude regentenfami- lies weer de mogelijkheid van het bekleden van overheidsambten, zij het natuurlijk in de nieuwe stijl. Zo werd Rudolf van Swinderen in 1805 benoemd tot secretaris-ontvanger van het waterschap der Drie Delfzijlen. In 1816

„In de aangelegde stokerij op den Huize Jagtwijk tusschen Martenshoek en ’t Fox- holster tolhek, zijn thans alle zoorten van Genever te bekomen, wie van dezelve verlangt, kan zig addresseren bij W. ten Broek, boekhouder aldaar”.

overleed hij. „Jagtwijk” verwisselde enige malen van eigenaar tot de buitenplaats in 1834 in handen geraakte van de doopsgezinde pre- dikant te Almelo: Egbert David van Lennep, Deze kocht het voor zijn beide zoons: Jacob Roeters van Lennep en Lambert David van Lennep. Zij zetten de traditie van Van Swin- deren voort en stichtten hier een branderij van mout- en brandewijn, eveneens gestookt uit aardappelen. De zaken floreerden uitste- kend. Het zakendoen zat deze familie trouwens in het bloed. Reeds in de 17e eeuw be hoorde ze tot de toonaangevende koopmans-families in Amsterdam. Deze bloei nam nog toe, toen de fabriek in 1841 werd uit ge breid met installaties voor het maken van azijn en zeep. Als nieuwe firmant trad toen toe de stiefvader van Roeter van Lennep’s vrouw: Pieter van Arnhem. Deze uit Nijinegen afkomstige koop-man bewoonde het naburige buiten aan de Borgweg: „Tilburg”. In 1875 werd de vennootschap ontbonden. In de Gro­ninger Courant van 13 januari 1875 werd te koop aangeboden:

Koper werd Jan Hendrik Koning, medefirmant van de ijzergieterij en metaalfabriek Ten Oever, Koning en De Muinck Keizer, in 1851 te Martenshoek opgericht. Hij zou de laatste borgheer op „Jagtwijk” zijn. Het huis onder- ging aanstonds een ingrijpende wijziging. Volgens de mode van die tijd werd er een verdieping opgebouwd, terwijl het gebouw meteen tot op de helft werd verkleind. Het landgoed boette geleidelijk aan aantrekkelijk­heid in. Op 3 december 1877 vond de eerste verkoop plaats van ruim 500 eiken, 60 beuken en een groot aantal populieren, essen en iepen. Tenslotte is het gehele bos gerooid en omgezet in bouwland. Ook de borg zelf zou spoedig verdwijnen. Omstreeks 1890 viel het besluit tot afbraak. Op het vrijgekomen ter- rein verrees in 1892 de nu nog bestaande ijzergieterij. Zo viel de oude borg ten offer aan de jacht naar industrie en week zij voor de eisen van een nieuwe tijd.

Mr. G. N. Schutter  .

„de Plaats Jagtwijk onder Kolham, waar- op eene Stoom-Aardappeïbranderij met Mouterij, eene afzonderlijke Mouterij, een Turfschuur, twee stallen, eene Brande- wijnfabriek, eene Turfschuur, eenige ge- bouwen op afbraak en voorts het Woon- huis, Bosch, Tuinen en Landerijen, teza- men 43.12.95 H.A.”