Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com
Pagina 31 van 37
Buitenverblijven in H-S
Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960
[In de volksmond "Het Bokkeblad"]
De ontrouwe rentmeester Qer- hard Eindrick ten Berge was dus naar Parijs ontkomen. Ge- bleven waren zijn bezittingen, waaronder „Vredenberg”. (De berg stond op een stuk groen- land achter de boerderij van de heer P. Smit te Martenshoek en vóór de strovezelplatenfabriek). Het buiten was na het onheil door de bewoners verlaten. Echter niet alvorens de rent- meester bijna de gehele inboe- del had doen verdwijnen. Plet is bijna komisch te lezen wat er aan meubilair nog restte. Over het weinige, dat was gebleven, stelden de Prov. Staten een huisbewaarster aan. Deze dame, Margrieta de Wael, kweet zich echter slecht van haar taak. Toen een gerechtsdienaar eens een kijkje kwam nemen, bleek een spiegel in gouden lijst te zijn verdwenen. Ook de twee zwarte koetspaarden waren spoorloos. Opmerkzaam gewor- denontdekte hij nog allerlei meubilair, dat niet op de inven- tarislijst stond. Bovendien wa- ren de kelders met hun inhoud totaal „vergeten”. Hij haastte zich een aanvullende lijst op te maken en genoemde Margrieta met haar beide dochters „uit de plaatse te zetten”. De wacht werd nu betrokken door de diender Reinder Pieters. Daar er geen levensmiddelen op de borg te vinden waren, werd hem een kan bier met wat „botter en brood” overhandigd.
„VREDENBURG” TE HOOGEZAND (3)
Gerard Hindrick ten Berge’s levenseinde
Rococo-spiegel uit „Vredenburg”
(eig. Mr. Kronenberg te Deventer)
Op 6 september 1688 vond de verkoop van de „magnifique behuisinge” plaats. Eigenaar werd burgemeester Anthonius Gerlacius. Als een sinistere wacht betrok de voormalige stadsbeul Geert Havestad één van de bijbe- horende huisplaatsjes, door hem in navolging van de heren als zomerverblijf aangekocht. Maar naar de terugkomst van rentmeester Ten Berge behoefde hij niet uit te zien. Die leefde vrolijk voort in het verre Parijs. Hij maakte er goede sier en koesterde zich in de gunst van de Zonnekoning Louis XVI. Deze had hem een jaargeld van 1200 livres en een suikerraffinaderij geschonken. De koning had dan ook goede waar voor zijn geld gekregen. Ze bestond hierin, dat Ten Berge hem zijn goede diensten had aangeboden door hem waardevolle inlichtingen te verschaffen over toestanden en personen in Nederland. De ko- ning, die aanstuurde op een oorlog met ons land, was over zijn nieuwe onderdaan uiterst tevreden. Aldus is Ten Berge tenslotte als landverrader in 1699 te Parijs gestorven. De naaste familie betaalde het gelag. Zijn moe- der ontsprong nog enigszins de dans door haar zoon tijdig te onterven, doch schoon-zoon Wijchgel ontving de volle laag. 80.000 Caroli
guldens moest hij vanwege zijn borgtocht in de provinciekas storten. Het uiteindelijk re- sultaat is geweest, dat van de ƒ 200.000, die Ten Berge had verduisterd, er ruim ƒ 71.000 kon worden achterhaald. De resterende ƒ 129.000 bleven een wissel op de eeuwigheid. De nieuwe eigenaar Anthonius Gerlacius had inmiddels „Vredenberg” betrokken. Of hij er veel heeft gewoond valt te betwijfelen, want als lid van de Staten-Generaal vertoefde hij vaak in Den Haag. Het verblijf in deze stad was overigens van aangename aard. Hij maakte er kennis met Adriana Sophia van Persijn met wie hij in april 1681 in het huwelijk trad. Na zijn dood in 1708 verbleef zijn weduwe nog een tiental jaren op „Vredenberg”. Bij de boedelscheiding van haar nalatenschap, in 1718, vererfde de buitenplaats op haar jongste zoon Govart Gerlacius. Hij was lid van het krijgsgericht in de provincie Stad en Lande van Groningen. Daar hij ongehuwd was, rees bij hem het verlangen naar een kleinere behuizing. Zo deed hij „Vredenberg” op 4 augustus 1725 voor 20.000 Caroli guldens (circa 21h ton in huidige munt) van de hand. Eigenaar werd Adriaan Joseph Trip.
Mr. G. N. Schutter.