koos swart

Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven
Buitenleven

Home

Contact

Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com

Nostalgie

Pagina 35 van 37

Buitenverblijven in H-S

Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960

[In de volksmond "Het Bokkeblad"]

„VREDENBURG” TE HOOGEZAND (8)

Vrijheid - Gelijkheid - Broederschap

Vroeg in de morgen van 31 ok- tober 1787 dreunde het geluid van een deurklopper door het huis van burgemeester Van Id- dekinge te Groningen. Het was een ijlbode uit Hoogezand met een brief van ambtman Scato Gockinga. „Edele Mogende Heer”, zo schreef hij, „Hoezeer ik had gemeend, dat het in deze contreien bij een gepaste vro- lijkheid zou blijven, thans moet ik U mededelen, dat het heden- nacht op ’t Hoogezand erbar- melijk is toegegaan”. Wat was er gebeurd ?

Tegen half zes in de avond was men te Sappemeer begonnen met het plunderen van de hui- zen van patriotten. Het ging er zeer roerig toe. Het liep al tegen middernacht, toen een troep van 600 man door Hoo- gezand trok. Bij het Kieldiep

gekomen, begon men met het huis van de houthandelaar Sytse Heeres Calkema. Als een vredelievend Mennist sprak deze vanaf de stoep de menigte vermanend toe. Toen dit niet hielp, begon hij met dreige- menten en tenslotte sloeg hij er met zijn wandelstok op los. Maar de woedende menigte was niet te houden. Tot het uiterste opgezweept stortte de troep zich vervolgens op het huis van majoor Burs Trip, dat aan de oostzijde van het Kiel- diep stond. De aanvoerder Reinder, bijgenaamd Koekoek, betrad de voorkamer, juist toen een koekoeksklok begon te slaan. Bij het horen van zijn

Eisso Metelerkamp. (1756—1813).

scheldnaam ontstak hij in woede, greep de klok van de muur en smeet deze door het raam naar buiten. Dat was het sein voor een algehele plundering. Het prachtige porcelein ging aan diggelen, kostbare meubels werden op straat kapotgesmeten, boeken verscheurd en kanarievogels de kop afgedraaid. Een groot deel van de inboedel belandde in het diep: de beddeveren dreven tot aan het Martens- hoeksterverlaat. De bewoner zelf wist het vege lijf te redden. Beschermd door het duister vluchtte hij naar zijn partijgenoot Kars Hidding, toentertijd landbouwer aan het Kiel- diep. De gehele nacht duurde de plundering voort. Verscheidene patriotten ondervonden de woede van de Sappemeer-sters. „Ja, zij zijn nog bezig”, zo eindigde de brief van Gockinga, „God weet, wanneer het een einde neemt. Mijne ziele is in mij ontroerd. Ik verzoek U om hulp, wijl in vreeze leef, dat het hierbij niet blijven zal”.

Majoor Burs Trip hield zich drie dagen in Hidding’s boerderij verborgen. Toen bracht deze hem, verstopt onder bossen stro, met een boerenwagen binnen de veilige muren van Groningen. Op de terugweg hielden twee mannen de wagen van Hidding staande met het verzoek om mee te rijden. Tijdens het ge- sprek ontpopten zij zich als prinsgezinden, die te Hoogezand hun partijgenoten een handje wilden helpen. Hidding zweeg wijselijk, doch dicht bij huis gekomen, zag hij een grote me- nigte voor zijn boerderij. De vlucht van Burs Trip was uit gelekt en de woedende bevolking zou juist tot plundering overgaan, toen Hid- ding arriveerde. Doch zijn dankbare passa- giers wisten de menigte te kalmeren, zodat het dit keer bij dreigementen bleef. Zijn huisge- noten hadden trouwens hun kostbaarheden

reeds verstopt onder het loof van aardappel- „dobben”. Kort daarop zona Van Iddekinge een detachement soldaten en paardevolk naar Hoogezand. Toen was de orde spoedig her- steld. Reinder Koekoek nam met vele anderen de vlucht. Zij werden voor eeuwig uit de pro- vincie verbannen.

Ook Metelerkamp’s woning was aan de plun- derende benden niet ontsnapt. Voorlopig was zijn rol uitgespeeld. Doch in 1795 keerden de kansen. De Franse Revolutie zegevierde. De prinsgezinden verloren hun macht en weldra reisde Metelerkamp als afgevaardigde van het Bataafsche Volk naar Den Haag tot het bij- wonen van de Nationale Vergadering. Daar werd het ontwerp van een Grondwet inge- diend, omwonden met brede, driekleurige linten: rood, wit en blauw. Doch de vergade- ring splitste zich aanstonds in twee partijen: de Unitariërs, aanhangers van een sterk cen- traal gezag met als centrum Den Haag en de Federalisten, die meer zelfstandigheid voor de provincies wensten. Op 22 januari 1798 vond een staatsgreep plaats. De Unitariërs namen de macht in handen: een zuive- ringsaktie golfde door de gelederen. Metelerkamp keerde ontgoocheld huiswaarts. Hij was een volbloed federalist. Desondanks werd hij tezamen met Pieter van Calcar, Writzer Bartels, Abraham Hulshoff en Sytse Heers Calkema aangewezen als lid van de municipaliteit d.i. het plaatselijk bestuur van Hoogezand. Hij protesteerde hiertegen heftig. Het hielp hem niet: hij had eenvoudig te gehoorzamen. Zo aanvaardde hij noodge- dwongen zijn funktie. Dat werden moeilijke jaren.

Mr. G. N. Schutter.