Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com
Pagina 37 van 37
Buitenverblijven in H-S
Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960
[In de volksmond "Het Bokkeblad"]
Tot slot dient nog „Stadwijck” vermeld, staande in het oosteinde van Sappemeer, ten westen van de Heerenlaan. Deze hofstede was van oude datum. Ze was gebouwd door burgemeester Gerhard ten Berge in 1670, na- dat hij „Vredenburg” te Hoogezand had overgedragen aan zijn zoon Gerhard Hindrick de befaamde rentmeester. In 1726 woonde hier majoor Jan Duirsma, één van de schen- kers van de preekstoel in de hervormde kerk te Hoogezand. In 1783 overleed er mr. Jcob Appius, die tevoren in Suriname was geweest. In zijn testament bepaalde hij, dat zijn zwarte dienstknecht, Jan Christiaans, tot diens dood een jaargeld zou genieten van 104 Car. gul- dens, terwijl hem tevens het vistuig, het ge- weer („de snaphaan”)) met jachtzak en een kruitbus werd toegewezen. Ook kreeg hij nog een bed met toebehoren en alle, oude en nieuwe, nachthemden van zijn meester, ter- wijl hij een keuze mocht doen uit diens afge- dragen kleren. Universeel erfgename was zijn ongehuwde zuster Margaretha Jacomina Appius, die met trouwe zorg werd omringd. Daar zij van zakendoen wel geen verstand zou hebben, werden er twee bewindvoerders aangesteld. Mocht zuster Margaretha „hoe onverwagt ook” toch nog trouwen met een „fatzoenelijk man van onbesproken qualiteit en gedrag”, dan zou deze het beheer overne- men. Maar mocht zij „onverhoopt” een mis- stap begaan, een „misaliance” sluiten, dan bleef het beheer bij de heren bewindvoerders. Het was voor de zuster dus goed uitkijken! In 1790 kwam de hofstede in het bezit van Steven van Delden, wiens nazaten ’Stadwijck' ruim 150 jaar hebben bewoond. De geheel vernieuwde hereboerderij is nu het eigendom van de heer Joh. Bos.
Bij het beëindigen van deze reeks artikelen dank ik allen, die inlichtingen gaven, hartelijk, in het bijzonder de heer L. Smid te Sappe- meer, die zo vriendelijk was enige foto's uit zijn unieke kollektie ter beschikking te stellen. Ik moge besluiten met het afscheidswoord van Pieter de la Court, een oud-hollands rechtsgeleerde: Lees, oordeel, zeg en schrijf hiervan en tegen, zoveel als u zal gelieven, goede lezer, en vaarwel.
TOT BESLUIT
„Buitenkist” te Hoogezand ± 1875
Behalve de buitenplaatsen, die tot nu toe zijn besproken, hebben er nog enige in Hoo- gezand-Sappemeer gestaan. Deze zijn echter van jongere datum, alle gebouwd tussen de jaren 1750 en 1800. Ze zijn eigenlijk maar korte tijd als zodanig in gebruik geweest. Na de Franse Revolutie waren er nog maar en- kele families in staat zich de luxe van een zomerverblijf te veroorloven, zodat deze suc- cessievelijk het eigendom zijn geworden van dorpsnotabelen.
Bovendien ging tegelijk met de industriële ontwikkeling, veel natuurschoon verloren. Voortaan vestigde men zich liever in de zui- delijke omstreken van Haren. Zo stonden te Hoogezand aan weerskanten van het Kiel-diep de buitens Gerlacius, zo genoemd naar de bewoners, en „Sorgvliet” en diende het be-lastingkantoor te Martenshoek tot buiten-ver-blijf van de familie Gockinga.
Later woonde hier mr. Wiardus Hora Sicca- ma, van 1811 - 1812 griffier van het vredege- recht en van 1812 -1823 notaris te Hoogezand Hij werd in dit ambt opgevolgd door zijn zoon Jhr. mr. Johan Rengers Hora Siccama. die van 1824 - 1841 notaris en van 1841 -1849 burgemeester was van Hoogezand.
Deze laatste woonde des zomers in Paters- wolde. Deurwaarder Derk Hoen, tegelijk gemeentebode, bracht daar iedere week, te voet, de stukken. Hij bleef dan des nachts logeren om de volgende dag welgemoed de terugreis te aanvaarden! Bij de Winkelhoek stond „Postrust”, later „Weerestein” geheten, terwijl dicht bij de Kalkwijk het buitengoed „Vredenrust” was gelegen, bij de oudste in- woners nog wel bekend. Even verder west- waarts stond „Buitenlust”, hierboven afge- beeld, zij het dan zonder de oostelijke uit- bouw. Het behoort thans aan tandarts Sie- benga. Het huis, dat nog vrij zuiver in de oude toestand bewaard bleef, is in 1771 gebouwd door Scato Gockinga en Johanna Maria Veldtman, het echtpaar, dat in 1780 „Overwater” betrok.
In Kleinemeer trof men nog twee hofsteden aan, omringd door singels en grachten. De ene, bewoond door de familie Heerkens, is nog vrij goed intakt: (boerderij J. H. Mulder); de andere, eigendom van Winshemius, is vervangen door een nieuwe boerderij. (Veer- kamp))
Mr. G. N. Schutter