Info uit "Het Nieuwsblad" van 13-11-1986
[In de volksmond "Het Bokkeblad"]
Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com
HET NIEUWSBLAD - DONDERDAG 13 NOVEMBER 1986
Sappemeer zestig jaar geleden
Het verdwenen winkelcentrum
Niet gering dus, bovendien is de opsomming lang niet volledig.
Markt en veiling
Behalve de genoemde bedrijvigheid was er ook een veiling op de hoek van de Stations--straat/Middenstraat. Dat betekende ook extra drukte. Ook maakt Perdon melding van het bestaan van een markt, ,,Op verzoek van eenige marktkooplieden wordt dan 17 april 1925 besloten een zaterdagmiddag- en avondmarkt te houden op het terrein bij het veilinggebouw aan de Stationsstraat. Na een sober bestaan gedurende een paar jaren ver--dwijnt zij niets nalaten de dan een herinnering.
Veel sfeer
Gezellig, sfeervol, levendig, druk. Dat zijn enkele termen die Groeneveld en mevrouw de Haan onafhankelijk van elkaar gebruiken. Ook was er veel saamhorigheid in de straat. Zo werden er in 1928 ter ere van het 300-jarig bestaan van de gemeente Hoogezand--Sappemeer maar liefst vijf erebogen op--gericht in de straat. Eén daarvan kreeg de prijs voor de mooiste boog in de gemeente en om dit heuglijke feit te vieren werd een gedenksteen in de muur van het Bontehuis ingemetseld. De steen is nu nog te zien. Ook vertelt mevrouw de Haan dat toen in 1934 een oude man uit zijn huis gezet dreigde te worden wegens huurschuld, er met de pet rond gegaan werd zodat de oude man op zijn stek kon blijven wonen.
In de jaren dertig begint de bedrijigheid in de straat als gevolg van de crisis al achteruit te gaan. Daar komt dan kort voor en tijdens de oorlog het verdwijnen van de Joden bij. Na de oorlog is de sfeer niet meer hetzelfde en de achteruitgang zet door. Onder meer door-dat de Hoofdstraat/Kerkstraat de voor--naamste verkeersas van de gemeente wordt. Van een winkelconcentratie kon in de jaren zestig en zeventig al niet meer gesproken worden en wie nu links en rechts om zich heen kijkend langzaam door de Kees de Haanstraat rijdt ziet nog slechts hier en daar een winkel staan.
Na alle publiciteit en discussie rond het wel en wee van de huidige vier winkelcentra in Hoogezand-Sappemeer is het wel eens aardig om een blik in het verleden te werpen om te zien hoe het toen was. Het blijkt dat zo'n zestig jaar geleden de situatie er heel anders uitzag. Toen waren er drie winkelconcentraties. Waarschijnlijk lag de grootste van de drie bij de sluis in Martenshoek, een tweede concentratie bevond zich in Sappemeer zo rond het huidige winkelcentrum. Een derde ,,winkelcentrum” bevond zich toen in de Stationsstraat, nu Kees de Haanstraat op de grens van Hoogezand-Sappemeer. De redactie sprak met enkele oudere inwoners van de gemeente die hun jeugd doorbrachten in deze straat die nu geen schaduw meer is van de vroegere bedrijvigheid.
„Het was vroeger net de Joden--breestraat”, zegt R. Groeneveld, zoon van de vroegere uitbater van café Het Bontehuis, gelegen op de hoek van de straat. Hij wil daarmee aangeven dat er vroeger in de straat onwaarschijnlijk veel beroepen ver--tegenwoordigd waren. Hij noemt er voor de vuist weg zo enkele tien--tallen. De benaming Jodenbreestraat krijgt extra betekenis wanneer men rekening houdt met het aantal Joodse handelaren die daar voor de oorlog actief waren. Reeds kort voor de oorlog vertrok een deel van die groep, bevreesd als ze waren voor de dreiging vanuit Nazi- Duitsland. De achterblijvers werden op 2 oktober 1942 afgevoerd, zegt Groeneveld, die zich dat zo goed weet te herinneren, omdat hij op die dag jarig is.
Ontstaan
Volgens J.J. Perdon, gemeentesecretaris van Sappemeer in de jaren twintig, werd de Stationsstraat 1867 aangelegd als toegangs-weg naar - de naam zegt het al - het station. Het was oorspronkelijk de bedoeling van de gemeente Sappemeer dat het station aan het eind van de straat zou komen te staan,
de gemeente Hoogezand wilde echter het station aan de ,,Kielsterstraatweg”. Uitein--delijk werd voor een compromis gekozen, waarbij Sappemeer grotendeels haar zin kreeg.
Groeneveld denkt dat de bloei van de mid--denstand in de Stationsstraat te danken is aan het feit dat de straat de toegangsweg was naar het station.
Bovendien was er in de straat een stalhou--derij die reizigers, komend van het station verder de provincie in bracht.
Groeneveld vertelt dat de toenmalige koetsier bij klandizie gauw een livrei over zijn werkkleren aanschoot, wat nogal potsierlijk stond bij zijn meestal onge--schoren hoofd. Waarschijnlijk kochten mensen op weg naar of komend van het station allerlei zaken bij de toenmalige winkeliers in de straat. Omdat de straat nogal krap was werd in de jaren twintig één rij bomen gekapt en werd in 1929 een tegeltrottoir aangelegd.
Karakter van de bedrijvigheid
Men moet zich bij het woord midden-stand niet dezelfde middenstand voor-stelen als heden ten dage. Het was toen allemaal veel kleinschaliger. Mevrouw De Haan, zuster van Kees de Haan naar wie de straat na de oorlog is genoemd, heeft haar hele leven in de straat gewoond. Zij vertelt dat veel mensen wat „scharrelarij” hadden, wat ,,Handel". Overdag werkten zij bijvoorbeeld in de fabriek en in hun vrije tijd scharrelden ze bij
De Stationsstraat rond 1930.
de straat met allerlei spullen. Daarnaast waren er ook veel ,,gewone”,kleine winke--liers. Een greep uit de beroepen/bedrijven die toen in de straat vertegenwoordigd waren: voddenkoopman, vatenmaker, horlogema--ker, een stelmaker, petroleumventer, man--denvlechter, twee tabakszaakjes, groente- en fruithandel, pettenhandel, fietsenmakers, een schilder, een voerman, twee slagers, drie bakkers, twee caféhouders, een wolwinkel en een bedrijfje waar je je boorden kon laten stijven. Ook was er nog een limonade--fabriekje en het bedrijf van Wortelboer.
Op de foto enkele bakkers uit een militaire bakkerij van voor de oorlog. Derde van rechts is Kees de Haan. Hij was in het burgerleven bakker in de Stationsstraat in Sappemeer. In oktober 1944 werd hij samen met drie andere verzetsmensen in Martenshoek gefusilleerd. Na de oorlog werd de Stationsstraat herdoopt in Kees de Haanstraat
We komen nog even terug op onze oproep wat de familie Ridder- bosch betreft. Inmiddels hebben we contact met deze familie gekregen, en ook de familie Ridderbos uit Waterhuizen zullen we het adres geven.
Dan komen we terug op de schoolfoto uit Zuidbroek. We kregen een reactie van mevrouw Hassing-Klas. Het betreft de foto in de krant van 24 juli.
Mevrouw Hassing schrijft ons dat alle namen goed waren, behalve die van Fienie Klad, dat moest Martha Klad zijn.
Als u onze raad hebt opgevolgd dan pakt u nu even de betreffende foto en geven we u nu de namen, die toen niet voluit geschreven waren. Dat is de eerste rij en de vierde persoon Trijntje Bosscher. Ook de vierde persoon in de tweede rij Martha Klad.
De namen van de derde rij geven we in zijn geheel en wel Ina Wildeboer, Eppie Venema, Bouwe Grijpstra, Pieter Grijpstra, Jeriena Klat, Roelie Woltjer, Mannie de Boer, Marietje Woltjer, Jacob Viswat en Greetje Vis wat.
De vierde rij : Jan Venema, Wietze Grijpstra, Be Vos, Elzo van Bergen, Jakob Woltjer, Jan Boekweg en Hennie Boekweg.
Deze keer een foto , die we kregen van de heer J. Wolthuis, kamer 15 , huize St. Jozef. Het is een heel bijzondere foto, om meer dan één reden. De foto toont ons namelijk niet alleen nog het oude Winschoterdiep, maar geeft duidelijk aan hoe Sappemeer veranderd is. Geheel rechts op de foto ziet u nog een klein stukje van het café het Bonte Huis. In feite het enige herkenningspunt, daar dit gebouw gelukkig nog op de oude plaats staat. De ouderen herinneren zich wel, dat hier ook een brug over het diep lag.
We gaan naar de foto en wel geheel links waar een stapel hout ligt. Geheel links hiervan was de klompenfabriek van de firma Boswijk. Juist, het nieuwplan op dit gebied heet het plan Boswijck.
Maar laten we ons bepalen tot tot de stapel hout. Het behoort tot de
,,houtstek” van de houtverwerkingsfabriek van de familie Dallinga.. Later kocht de heer Dekker deze zaak.
De heer Wolthuis werkte hier van 1924 tot 1956 als meester knecht en toen de zaak in 1956 werd opgeheven werkte hij nog vijf jaar bij fijnhout- handel Stoit.
De heer Dallinga ging later wonen in het huis naast notaris van Buizen. Het huis waar later de familie Hulzebos woonde. Hij begrijpt nog niet waarom deze fraaie woning moest worden afgebroken. „Het huis was zo geef als kriet” zegt hij, waarmee hij bedoelt dat het huis in prima staat verkeerde.
Maar opnieuw terug naar de ,, houtstek”. Slechts een enkeling zal wellicht nog weten, dat hier, even rechts van de plaats, waar op de foto de fabriekspijp staat een windmolen stond. Deze zorgde voor de aandrijving van de machines. De molen werd in 1895 afgebroken.
Er kwam toen een ,,stoommachine” en dus werd er ook een fabriekspijp ge--bouwd.
De ,, witte vlekken ” op de foto zijn zogenaamde waterkolken, waarin het hout gelegd werd. Deze kolken liepen aan het gebouw, waarin nu ,, Olvita” is gevestigd, door.
Rechts van de houtstek ziet u de opslagloodsen voor het hout.
Daarvoor aan het diep een ,,zeskamerwoning”. Drie voor en drie achter. Hier woonde onder meer de families Bruggers en Zwart.
Naast deze woning, op de plaats waar was goed hangt is nog een gebouwtje te zien. Het is een woonwagen. Hier woonde de man in, die zorgde dat het hout goed geschaafd en gezaagd werd. Men schaafde in die tijd ook wel hout voor de klompefabriek Overzet in Martenshoek.
De grond werd later verkocht aan makelaar van Alteren, die ook in Sappemeer woonde.
Nu is alles veranderd, ambachtelijke industrie heeft plaats gemaakt voor huizenbouw.