koos swart

Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer
Sappemeer

Home

Contact

Copyright © 2017 H. Swart - http://www.koosswart.com

Nostalgie

Zoals het vroeger was....

Foto's en verhalen uit "Het Nieuwsblad" van 1959 & 1960

[In de volksmond "Het Bokkeblad"]

Pagina 15 van 26

In onze laatste zaterdagkrant togen we in „Zoals het vroeger was....” naar de Borgercompagnie- sterbrug. De verwachting is vanzelfsprekend, dat we nu een andere richting zullen gaan. Dat zouden we zeker kunnen doen, want er liggen nog verschillende beelden uit vroeger jaren op ons bureau. We blijven echter in de buurt van de Borgercompagniesterbrug, omdat onze lezers anders te zeer de aansluiting zouden missen en velen in hun voorraad oude kranten moesten diepen om de foto van de Borgercompagniester- brug er even bij te halen. Misschien zou men zelfs die oude krant missen, want voor diverse verenigingen gaan oude krantenjongens rond om een goed doel van de vereniging te dienen. Op de foto van vorige zaterdag ziet men naast de beschreven brug ook een hooghoutje en zoals wij meldden, leidt dat hooghoutje naar het zo- genaamde eiland, waarop ook de hoge pijp was te zien, die bij informatie als de pijp van de „oude gist- en spiritusfabriek” werd aangegeven. Daar mestte men van het overschot de ossen. Wij zeggen dit nog even, omdat wij hoorden, dat het de pijp van de cartonfabriek zou zijn. Wij geloven echter, dat die te ver aflag om op de foto te komen.

Met deze intermezzo’s komen we dan bij het hooghoutje, dat nu hierboven staat afgebeeld en hetzelfde is als op de foto van de Borgercom- pagniesterbrug. Tegenwoordig ligt er een gewoon brugje, dat beweegbaar is om de schepen door te laten, en wel tegenover café Dijkhuis op de hoek van de Zuider- en de Borgercompagniesterstraat.

Men ziet er heel wat mensen op het hooghoutje staan. Mogelijk nog bekenden. Dit is wel twij- felachtig, want deze foto zal zeker ook een jaar of zestig, misschien zeventig jaar oud zijn. Op de foto zijn trouwens de figuren te onduidelijk om er misschien nog familieleden te herkennen. In ieder geval bestond er toen wel animo om op de gevoelige plaat te worden vastgelegd.

Er staan op de foto trouwens twee objecten afgebeeld, die de aanwezigheid van zoveel per- sonen op het hooghoutje zouden kunnen verkla- ren. Misschien is er wel personeel bij, dat op de houtzaagmolen van Maathuis werkte of op de werf, die men onder het hooghoutje door nog kan zien. Deze moet weer van een familie Berg zijn geweest en we komen die naam nogal eens tegen in de vroegere scheepsbouw.

Direkt achter het hooghoutje ziet men ook een huis oprijzen en vanzelfsprekend zal men den- ken, dat het met de molen of de scheepswerf iets te maken heeft. Wij geloven het niet, want er is over het algemeen bekend, dat er een soort apotheker woonde. We zeggen soort omdat toentertijd een apotheker nog iets anders was dan de tegenwoordige, die een grote steun voor de medici vormt en daardoor ook de nodige kennis moet hebben. Wij willen daarmee niet beweren, dat de bewuste apotheker uit dat huis geen deskundig man was. Het is moeilijk te onderzoeken, omdat er weinig over bekend is. Bovendien we willen in „Zoals het vroeger

was....” in de allereerste plaats de beelden van vroeger doen herleven en daarbij dan uiteraard de bijzonderheden publiceren. Wel blijkt, dat wij dan wel eens even de plank misslaan. Maar ook de reacties zijn niet altijd gelijk aan die van anderen. De geschiedkundige vastlegging moet men altijd in grote trekken zien, de bijzonderheden van elke plaats, van elke brug zijn niet vast gelegd. Meestal moeten wij het van de in­formaties hebben.

Uit de beelden weten we nu wel, dat Hooge- zand—Sappemeer vroeger verschillende molens had. De bedoeling van de houtzaagmolen van Maathuis is duidelijk. Daar werden uit de bomen de planken gezaagd, die men voor huizen- en scheepsbouw en andere zaken gebruikte. Het is geen molen gebleven, want hij staat er nu niet meer. In die dagen maakte men gebruik van de energie, die de wind opleverde en waardoor de wieken aan het draaien werden gebracht. Zo was het mogelijk van de boomstammen, men ziet die voor het hooghoutje op de wal liggen, bruikbaar materiaal te maken.

Het wekt geen verwondering, dat er bij de molen een scheepswerf was. Dichterbij kon men het materiaal al niet aantreffen. Op zo’n werf ging het ook wat anders toe. Om te repareren moest men het schip op de kant krijgen. Dat gebeurde eenvoudig met mankracht. Niet door één man, maar door meet Zonder hulpmiddel konden die het ook niet af, al waren de schepen nog niet zo groot als tegenwoordig.

Kijkt men links onder het hooghoutje door, dan ziet men een soort helling achter het huis schuin omhoog gaan. Er ligt op de foto nog een klei-nere boot voor. Om het schip daar omhoog te trekken stond er een draaibare paai. Een flinke stevige natuurlijke. Toch zat er een gat in. Dat bewees echter zijn nut. Door het gat gingen een paar gekruiste palen, stangen zou men het kunnen noemen. Er ontstonden zo in ieder geval vier armen en daarachter namen de werk­lieden plaats. De rechtopstaande paal werd door die armen rondgedraaid en daar de paal met het te repareren schip was verbonden, werd dit langzaam omhoog getrokken. Waarschijnlijk hebben er geen aankomende scheepstimmerlie- den achter de armen gestaan, maar werkelijke mannetjesputters.

Misschien zullen er nog mensen zijn, die het duidelijk zichtbare huis willen vereenzelvigen met het huis, waar thans dat van de heer A. Wolthuis staat en die ook een scheepshellingbedrijf heeft. Dat is echter een ander huis en het staat op de plaats, waar voorheen de helling eindigde, vanaf de waterkant dan gerekend. Het staat dus meer naar achteren dan het huis op de foto.

Een vergelijking met „Zoals het vroeger was. ...” leert ons, dat er op die plaats ook thans nog een houtbedrijf is (onder dezelfde naam) en een scheepswerf. De traditie is op die punt van het eiland dus al enige tijd gehandhaafd. Alleen de molen en het huis van de apotheker zijn met het hooghoutje verdwenen.